Datasets:
en
stringlengths 288
2.08k
| nl
stringlengths 332
2.29k
|
|---|---|
The 1973 oil crisis began in October 1973 when the members of the Organization of Arab Petroleum Exporting Countries (OAPEC, consisting of the Arab members of OPEC plus Egypt and Syria) proclaimed an oil embargo. By the end of the embargo in March 1974, the price of oil had risen from US$3 per barrel to nearly $12 globally; US prices were significantly higher. The embargo caused an oil crisis, or "shock", with many short- and long-term effects on global politics and the global economy. It was later called the "first oil shock", followed by the 1979 oil crisis, termed the "second oil shock."
|
De oliecrisis van 1973 begon in oktober 1973 toen de leden van de Organisatie van Arabische olie-exporterende landen (OAPEC, bestaande uit de Arabische leden van de OPEC plus Egypte en Syrië) een olie-embargo afkondigden. Tegen het einde van het embargo in maart 1974 was de prijs van olie wereldwijd gestegen van US$3 per vat tot bijna $12; de Amerikaanse prijzen waren aanzienlijk hoger. Het embargo veroorzaakte een oliecrisis, of "schok", met vele korte- en langetermijneffecten op de wereldpolitiek en de wereldeconomie. Het werd later de "eerste olieschok" genoemd, gevolgd door de oliecrisis van 1979, de "tweede olieschok" genoemd.
|
The Amazon rainforest (Portuguese: Floresta Amazônica or Amazônia; Spanish: Selva Amazónica, Amazonía or usually Amazonia; French: Forêt amazonienne; Dutch: Amazoneregenwoud), also known in English as Amazonia or the Amazon Jungle, is a moist broadleaf forest that covers most of the Amazon basin of South America. This basin encompasses 7,000,000 square kilometres (2,700,000 sq mi), of which 5,500,000 square kilometres (2,100,000 sq mi) are covered by the rainforest. This region includes territory belonging to nine nations. The majority of the forest is contained within Brazil, with 60% of the rainforest, followed by Peru with 13%, Colombia with 10%, and with minor amounts in Venezuela, Ecuador, Bolivia, Guyana, Suriname and French Guiana. States or departments in four nations contain "Amazonas" in their names. The Amazon represents over half of the planet's remaining rainforests, and comprises the largest and most biodiverse tract of tropical rainforest in the world, with an estimated 390 billion individual trees divided into 16,000 species.
|
Het Amazoneregenwoud (Portugees: Floresta Amazônica of Amazônia; Spaans: Selva Amazónica, Amazonía of meestal Amazonia; Frans: Forêt amazonienne; Nederlands: Amazoneregenwoud), in het Engels ook bekend als Amazonia of de Amazone Jungle, is een vochtig breedbladig bos dat het grootste deel van het Amazonebekken in Zuid-Amerika beslaat. Dit bekken omvat 7.000.000 vierkante kilometer (2.700.000 sq mi), waarvan 5.500.000 vierkante kilometer (2.100.000 sq mi) bedekt is met het regenwoud. Dit gebied omvat grondgebied dat toebehoort aan negen landen. Het grootste deel van het bos bevindt zich in Brazilië, met 60% van het regenwoud, gevolgd door Peru met 13%, Colombia met 10%, en met kleinere hoeveelheden in Venezuela, Ecuador, Bolivia, Guyana, Suriname en Frans-Guyana. Staten of departementen in vier landen hebben "Amazonas" in hun naam. De Amazone vertegenwoordigt meer dan de helft van de resterende regenwouden op aarde en omvat het grootste en meest biodiverse stuk tropisch regenwoud ter wereld, met naar schatting 390 miljard individuele bomen verdeeld over 16.000 soorten.
|
The American Broadcasting Company (ABC) (stylized in its logo as abc since 1957) is an American commercial broadcast television network that is owned by the Disney–ABC Television Group, a subsidiary of Disney Media Networks division of The Walt Disney Company. The network is part of the Big Three television networks. The network is headquartered on Columbus Avenue and West 66th Street in Manhattan, with additional major offices and production facilities in New York City, Los Angeles and Burbank, California.
|
De American Broadcasting Company (ABC) (gestileerd in zijn logo als abc sinds 1957) is een Amerikaans commercieel televisienetwerk dat eigendom is van de Disney–ABC Television Group, een dochteronderneming van de Disney Media Networks divisie van The Walt Disney Company. Het netwerk maakt deel uit van de Big Three televisienetwerken. Het netwerk heeft zijn hoofdkantoor aan Columbus Avenue en West 66th Street in Manhattan, met extra belangrijke kantoren en productiefaciliteiten in New York City, Los Angeles en Burbank, Californië.
|
The Apollo program, also known as Project Apollo, was the third United States human spaceflight program carried out by the National Aeronautics and Space Administration (NASA), which accomplished landing the first humans on the Moon from 1969 to 1972. First conceived during Dwight D. Eisenhower's administration as a three-man spacecraft to follow the one-man Project Mercury which put the first Americans in space, Apollo was later dedicated to President John F. Kennedy's national goal of "landing a man on the Moon and returning him safely to the Earth" by the end of the 1960s, which he proposed in a May 25, 1961, address to Congress. Project Mercury was followed by the two-man Project Gemini (1962–66). The first manned flight of Apollo was in 1968.
|
Het Apollo-programma, ook bekend als Project Apollo, was het derde bemande ruimtevaartprogramma van de Verenigde Staten, uitgevoerd door de National Aeronautics and Space Administration (NASA), dat van 1969 tot 1972 de landing van de eerste mensen op de Maan bewerkstelligde. Apollo, oorspronkelijk bedacht tijdens het bestuur van Dwight D. Eisenhower als een ruimtevaartuig voor drie personen om het eenpersoons Project Mercury te volgen dat de eerste Amerikanen in de ruimte bracht, werd later gewijd aan het nationale doel van president John F. Kennedy om "een man op de Maan te laten landen en hem veilig naar de Aarde terug te brengen" tegen het einde van de jaren zestig, wat hij voorstelde in een toespraak tot het Congres op 25 mei 1961. Project Mercury werd gevolgd door het tweepersoons Project Gemini (1962-1966). De eerste bemande vlucht van Apollo was in 1968.
|
The Black Death is thought to have originated in the arid plains of Central Asia, where it then travelled along the Silk Road, reaching Crimea by 1343. From there, it was most likely carried by Oriental rat fleas living on the black rats that were regular passengers on merchant ships. Spreading throughout the Mediterranean and Europe, the Black Death is estimated to have killed 30–60% of Europe's total population. In total, the plague reduced the world population from an estimated 450 million down to 350–375 million in the 14th century. The world population as a whole did not recover to pre-plague levels until the 17th century. The plague recurred occasionally in Europe until the 19th century.
|
Men denkt dat de Zwarte Dood is ontstaan op de droge vlaktes van Centraal-Azië, vanwaar het zich vervolgens verspreidde langs de Zijderoute en in 1343 de Krim bereikte. Vanaf daar werd het hoogstwaarschijnlijk verspreid door oosterse rattenvlooien die leefden op de zwarte ratten die vaste passagiers waren op koopvaardijschepen. De Zwarte Dood verspreidde zich over het Middellandse Zeegebied en Europa en heeft naar schatting 30–60% van de totale bevolking van Europa gedood. In totaal reduceerde de plaag de wereldbevolking van naar schatting 450 miljoen tot 350–375 miljoen in de 14e eeuw. De wereldbevolking als geheel herstelde zich pas in de 17e eeuw tot het niveau van vóór de plaag. De plaag keerde af en toe terug in Europa tot de 19e eeuw.
|
Chloroplasts' main role is to conduct photosynthesis, where the photosynthetic pigment chlorophyll captures the energy from sunlight and converts it and stores it in the energy-storage molecules ATP and NADPH while freeing oxygen from water. They then use the ATP and NADPH to make organic molecules from carbon dioxide in a process known as the Calvin cycle. Chloroplasts carry out a number of other functions, including fatty acid synthesis, much amino acid synthesis, and the immune response in plants. The number of chloroplasts per cell varies from 1 in algae up to 100 in plants like Arabidopsis and wheat.
|
De hoofdrol van chloroplasten is het uitvoeren van fotosynthese, waarbij het fotosynthetische pigment chlorofyl de energie uit zonlicht opvangt en deze omzet en opslaat in de energieopslagmoleculen ATP en NADPH, terwijl zuurstof uit water vrijkomt. Vervolgens gebruiken ze de ATP en NADPH om organische moleculen te maken uit koolstofdioxide in een proces dat bekend staat als de Calvin-cyclus. Chloroplasten voeren een aantal andere functies uit, waaronder de synthese van vetzuren, veel aminozuursynthese en de immuunrespons in planten. Het aantal chloroplasten per cel varieert van 1 in algen tot 100 in planten zoals Arabidopsis en tarwe.
|
One of its earliest massive implementations was brought about by Egyptians against the British occupation in the 1919 Revolution. Civil disobedience is one of the many ways people have rebelled against what they deem to be unfair laws. It has been used in many nonviolent resistance movements in India (Gandhi's campaigns for independence from the British Empire), in Czechoslovakia's Velvet Revolution and in East Germany to oust their communist governments, In South Africa in the fight against apartheid, in the American Civil Rights Movement, in the Singing Revolution to bring independence to the Baltic countries from the Soviet Union, recently with the 2003 Rose Revolution in Georgia and the 2004 Orange Revolution in Ukraine, among other various movements worldwide.
|
Een van de vroegste massale implementaties ervan werd teweeggebracht door Egyptenaren tegen de Britse bezetting in de revolutie van 1919. Burgerlijke ongehoorzaamheid is een van de vele manieren waarop mensen in opstand zijn gekomen tegen wat zij als onrechtvaardige wetten beschouwen. Het is gebruikt in vele geweldloze verzetsbewegingen in India (Gandhi's campagnes voor onafhankelijkheid van het Britse Rijk), in Tsjecho-Slowakijes Fluwelen Revolutie en in Oost-Duitsland om hun communistische regeringen te verdrijven, in Zuid-Afrika in de strijd tegen apartheid, in de Amerikaanse burgerrechtenbeweging, in de Zingende Revolutie om de Baltische landen onafhankelijkheid te brengen van de Sovjet-Unie, recentelijk met de Rozenrevolutie in Georgië in 2003 en de Oranje Revolutie in Oekraïne in 2004, naast andere diverse bewegingen wereldwijd.
|
Computational complexity theory is a branch of the theory of computation in theoretical computer science that focuses on classifying computational problems according to their inherent difficulty, and relating those classes to each other. A computational problem is understood to be a task that is in principle amenable to being solved by a computer, which is equivalent to stating that the problem may be solved by mechanical application of mathematical steps, such as an algorithm.
|
Computationele complexiteitstheorie is een tak van de theorie van de berekenbaarheid in de theoretische informatica die zich richt op het classificeren van computationele problemen op basis van hun inherente moeilijkheidsgraad, en het relateren van die klassen aan elkaar. Een computationeel probleem wordt opgevat als een taak die in principe geschikt is om door een computer te worden opgelost, wat gelijk staat aan de bewering dat het probleem kan worden opgelost door mechanische toepassing van wiskundige stappen, zoals een algoritme.
|
Construction is the process of constructing a building or infrastructure. Construction differs from manufacturing in that manufacturing typically involves mass production of similar items without a designated purchaser, while construction typically takes place on location for a known client. Construction as an industry comprises six to nine percent of the gross domestic product of developed countries. Construction starts with planning,[citation needed] design, and financing and continues until the project is built and ready for use.
|
Bouwen is het proces van het construeren van een gebouw of infrastructuur. Bouwen verschilt van fabricage doordat fabricage doorgaans massaproductie van soortgelijke items zonder een aangewezen koper omvat, terwijl bouwen doorgaans ter plaatse plaatsvindt voor een bekende klant. De bouw als industrie omvat zes tot negen procent van het bruto binnenlands product van ontwikkelde landen. Bouwen begint met planning, ontwerp en financiering en gaat door totdat het project is gebouwd en klaar voor gebruik.
|
Ctenophora (/tᵻˈnɒfərə/; singular ctenophore, /ˈtɛnəfɔːr/ or /ˈtiːnəfɔːr/; from the Greek κτείς kteis 'comb' and φέρω pherō 'carry'; commonly known as comb jellies) is a phylum of animals that live in marine waters worldwide. Their most distinctive feature is the ‘combs’ – groups of cilia which they use for swimming – they are the largest animals that swim by means of cilia. Adults of various species range from a few millimeters to 1.5 m (4 ft 11 in) in size. Like cnidarians, their bodies consist of a mass of jelly, with one layer of cells on the outside and another lining the internal cavity. In ctenophores, these layers are two cells deep, while those in cnidarians are only one cell deep. Some authors combined ctenophores and cnidarians in one phylum, Coelenterata, as both groups rely on water flow through the body cavity for both digestion and respiration. Increasing awareness of the differences persuaded more recent authors to classify them as separate phyla.
|
Ctenophora (/tᵻˈnɒfərə/; enkelvoud ctenofoor, /ˈtɛnəfɔːr/ of /ˈtiːnəfɔːr/; van het Griekse κτείς kteis 'kam' en φέρω pherō 'dragen'; algemeen bekend als ribkwallen) is een fylum van dieren die wereldwijd in zeewater leven. Hun meest onderscheidende kenmerk zijn de 'kammen' – groepen trilharen (cilia) die ze gebruiken om te zwemmen – het zijn de grootste dieren die zwemmen met behulp van trilharen. Volwassen exemplaren van verschillende soorten variëren in grootte van enkele millimeters tot 1,5 m (4 ft 11 in). Net als neteldieren (cnidaria) bestaan hun lichamen uit een massa gelei, met één cellaag aan de buitenkant en een andere die de interne holte bekleedt. Bij ctenoforen zijn deze lagen twee cellen dik, terwijl die bij neteldieren slechts één cel dik zijn. Sommige auteurs combineerden ctenoforen en neteldieren in één fylum, Coelenterata, aangezien beide groepen afhankelijk zijn van waterstroming door de lichaamsholte voor zowel de spijsvertering als de ademhaling. Een toenemend besef van de verschillen overtuigde recentere auteurs om ze als afzonderlijke fyla te classificeren.
|
Doctor Who is a British science-fiction television programme produced by the BBC since 1963. The programme depicts the adventures of the Doctor, a Time Lord—a space and time-travelling humanoid alien. He explores the universe in his TARDIS, a sentient time-travelling space ship. Its exterior appears as a blue British police box, which was a common sight in Britain in 1963 when the series first aired. Accompanied by companions, the Doctor combats a variety of foes, while working to save civilisations and help people in need.
|
Doctor Who is een Britse sciencefiction-televisieserie die sinds 1963 door de BBC wordt geproduceerd. Het programma toont de avonturen van de Doctor, een Time Lord—een ruimte- en tijdreizende humanoïde alien. Hij verkent het universum in zijn TARDIS, een sentient tijdreizend ruimteschip. De buitenkant ervan ziet eruit als een blauwe Britse politiecel, wat een veelvoorkomend beeld was in Groot-Brittannië in 1963 toen de serie voor het eerst werd uitgezonden. Vergezeld door metgezellen, bestrijdt de Doctor een verscheidenheid aan vijanden, terwijl hij werkt om beschavingen te redden en mensen in nood te helpen.
|
A study by the World Institute for Development Economics Research at United Nations University reports that the richest 1% of adults alone owned 40% of global assets in the year 2000. The three richest people in the world possess more financial assets than the lowest 48 nations combined. The combined wealth of the "10 million dollar millionaires" grew to nearly $41 trillion in 2008. A January 2014 report by Oxfam claims that the 85 wealthiest individuals in the world have a combined wealth equal to that of the bottom 50% of the world's population, or about 3.5 billion people. According to a Los Angeles Times analysis of the report, the wealthiest 1% owns 46% of the world's wealth; the 85 richest people, a small part of the wealthiest 1%, own about 0.7% of the human population's wealth, which is the same as the bottom half of the population. More recently, in January 2015, Oxfam reported that the wealthiest 1 percent will own more than half of the global wealth by 2016. An October 2014 study by Credit Suisse also claims that the top 1% now own nearly half of the world's wealth and that the accelerating disparity could trigger a recession. In October 2015, Credit Suisse published a study which shows global inequality continues to increase, and that half of the world's wealth is now in the hands of those in the top percentile, whose assets each exceed $759,900. A 2016 report by Oxfam claims that the 62 wealthiest individuals own as much wealth as the poorer half of the global population combined. Oxfam's claims have however been questioned on the basis of the methodology used: by using net wealth (adding up assets and subtracting debts), the Oxfam report, for instance, finds that there are more poor people in the United States and Western Europe than in China (due to a greater tendency to take on debts).[unreliable source?][unreliable source?] Anthony Shorrocks, the lead author of the Credit Suisse report which is one of the sources of Oxfam's data, considers the criticism about debt to be a "silly argument" and "a non-issue . . . a diversion."
|
Een studie van het World Institute for Development Economics Research aan de United Nations University meldt dat de rijkste 1% van de volwassenen alleen al 40% van de wereldwijde activa bezat in het jaar 2000. De drie rijkste mensen ter wereld bezitten meer financiële activa dan de laagste 48 naties samen. De gezamenlijke rijkdom van de "10 miljoen dollar miljonairs" groeide tot bijna $41 biljoen in 2008. Een rapport van Oxfam uit januari 2014 beweert dat de 85 rijkste individuen ter wereld een gezamenlijke rijkdom hebben die gelijk is aan die van de onderste 50% van de wereldbevolking, of ongeveer 3,5 miljard mensen. Volgens een analyse van het rapport door de Los Angeles Times bezit de rijkste 1% 46% van de rijkdom ter wereld; de 85 rijkste mensen, een klein deel van de rijkste 1%, bezitten ongeveer 0,7% van de rijkdom van de menselijke bevolking, wat hetzelfde is als de onderste helft van de bevolking. Meer recentelijk, in januari 2015, meldde Oxfam dat de rijkste 1 procent tegen 2016 meer dan de helft van de wereldwijde rijkdom zal bezitten. Een studie uit oktober 2014 van Credit Suisse beweert ook dat de top 1% nu bijna de helft van de rijkdom ter wereld bezit en dat de versnellende ongelijkheid een recessie zou kunnen veroorzaken. In oktober 2015 publiceerde Credit Suisse een studie die aantoont dat de wereldwijde ongelijkheid blijft toenemen, en dat de helft van de rijkdom ter wereld zich nu in handen bevindt van degenen in het hoogste percentiel, wier activa elk meer dan $759.900 bedragen. Een rapport uit 2016 van Oxfam beweert dat de 62 rijkste individuen evenveel rijkdom bezitten als de armere helft van de wereldbevolking samen. De beweringen van Oxfam zijn echter in twijfel getrokken op basis van de gebruikte methodologie: door gebruik te maken van nettowaarde (het optellen van activa en het aftrekken van schulden), constateert het Oxfam-rapport bijvoorbeeld dat er meer arme mensen zijn in de Verenigde Staten en West-Europa dan in China (vanwege een grotere neiging om schulden aan te gaan).[onbetrouwbare bron?][onbetrouwbare bron?] Anthony Shorrocks, de hoofdauteur van het Credit Suisse-rapport dat een van de bronnen is van de gegevens van Oxfam, beschouwt de kritiek op schulden als een "dom argument" en "een non-issue . . . een afleiding."
|
European Union law is a body of treaties and legislation, such as Regulations and Directives, which have direct effect or indirect effect on the laws of European Union member states. The three sources of European Union law are primary law, secondary law and supplementary law. The main sources of primary law are the Treaties establishing the European Union. Secondary sources include regulations and directives which are based on the Treaties. The legislature of the European Union is principally composed of the European Parliament and the Council of the European Union, which under the Treaties may establish secondary law to pursue the objective set out in the Treaties.
|
Het recht van de Europese Unie is een geheel van verdragen en wetgeving, zoals verordeningen en richtlijnen, die directe of indirecte werking hebben op de wetgeving van de lidstaten van de Europese Unie. De drie bronnen van het recht van de Europese Unie zijn primair recht, secundair recht en aanvullend recht. De belangrijkste bronnen van primair recht zijn de Verdragen tot oprichting van de Europese Unie. Secundaire bronnen omvatten verordeningen en richtlijnen die gebaseerd zijn op de Verdragen. De wetgevende macht van de Europese Unie bestaat hoofdzakelijk uit het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, die krachtens de Verdragen secundair recht kunnen vaststellen om de in de Verdragen vastgestelde doelstellingen na te streven.
|
Philosophers in antiquity used the concept of force in the study of stationary and moving objects and simple machines, but thinkers such as Aristotle and Archimedes retained fundamental errors in understanding force. In part this was due to an incomplete understanding of the sometimes non-obvious force of friction, and a consequently inadequate view of the nature of natural motion. A fundamental error was the belief that a force is required to maintain motion, even at a constant velocity. Most of the previous misunderstandings about motion and force were eventually corrected by Galileo Galilei and Sir Isaac Newton. With his mathematical insight, Sir Isaac Newton formulated laws of motion that were not improved-on for nearly three hundred years. By the early 20th century, Einstein developed a theory of relativity that correctly predicted the action of forces on objects with increasing momenta near the speed of light, and also provided insight into the forces produced by gravitation and inertia.
|
Filosofen in de oudheid gebruikten het concept van kracht bij de studie van stilstaande en bewegende objecten en eenvoudige machines, maar denkers als Aristoteles en Archimedes behielden fundamentele fouten in het begrip van kracht. Dit was deels te wijten aan een onvolledig begrip van de soms niet-voor de hand liggende wrijvingskracht, en een daardoor ontoereikende visie op de aard van natuurlijke beweging. Een fundamentele fout was de overtuiging dat een kracht nodig is om beweging te handhaven, zelfs bij een constante snelheid. De meeste eerdere misvattingen over beweging en kracht werden uiteindelijk gecorrigeerd door Galileo Galilei en Sir Isaac Newton. Met zijn wiskundig inzicht formuleerde Sir Isaac Newton bewegingswetten die gedurende bijna driehonderd jaar niet werden verbeterd. Tegen het begin van de 20e eeuw ontwikkelde Einstein een relativiteitstheorie die correct de werking van krachten voorspelde op objecten met toenemende impuls nabij de lichtsnelheid, en ook inzicht verschafte in de krachten die worden geproduceerd door zwaartekracht en traagheid.
|
The French and Indian War (1754–1763) was the North American theater of the worldwide Seven Years' War. The war was fought between the colonies of British America and New France, with both sides supported by military units from their parent countries of Great Britain and France, as well as Native American allies. At the start of the war, the French North American colonies had a population of roughly 60,000 European settlers, compared with 2 million in the British North American colonies. The outnumbered French particularly depended on the Indians. Long in conflict, the metropole nations declared war on each other in 1756, escalating the war from a regional affair into an intercontinental conflict.
|
De Franse en Indiaanse Oorlog (1754-1763) was het Noord-Amerikaanse strijdtoneel van de wereldwijde Zevenjarige Oorlog. De oorlog werd gevoerd tussen de koloniën van Brits-Amerika en Nieuw-Frankrijk, waarbij beide zijden werden gesteund door militaire eenheden van hun moederlanden Groot-Brittannië en Frankrijk, evenals door indiaanse bondgenoten. Aan het begin van de oorlog telden de Franse Noord-Amerikaanse koloniën ongeveer 60.000 Europese kolonisten, vergeleken met 2 miljoen in de Britse Noord-Amerikaanse koloniën. De in de minderheid zijnde Fransen waren met name afhankelijk van de indianen. De metropoolnaties, die al lange tijd met elkaar in conflict waren, verklaarden elkaar de oorlog in 1756, waardoor de oorlog escaleerde van een regionale aangelegenheid naar een intercontinentaal conflict.
|
Fresno (/ˈfrɛznoʊ/ FREZ-noh), the county seat of Fresno County, is a city in the U.S. state of California. As of 2015, the city's population was 520,159, making it the fifth-largest city in California, the largest inland city in California and the 34th-largest in the nation. Fresno is in the center of the San Joaquin Valley and is the largest city in the Central Valley, which contains the San Joaquin Valley. It is approximately 220 miles (350 km) northwest of Los Angeles, 170 miles (270 km) south of the state capital, Sacramento, or 185 miles (300 km) south of San Francisco. The name Fresno means "ash tree" in Spanish, and an ash leaf is featured on the city's flag.
|
Fresno (/ˈfrɛznoʊ/ FREZ-noh), de hoofdplaats van Fresno County, is een stad in de Amerikaanse staat Californië. Vanaf 2015 telde de stad 520.159 inwoners, waarmee het de op vier na grootste stad van Californië, de grootste binnenlandse stad van Californië en de 34e van het land is. Fresno ligt in het centrum van de San Joaquin Valley en is de grootste stad in de Central Valley, waar de San Joaquin Valley zich bevindt. Het ligt ongeveer 220 mijl (350 km) ten noordwesten van Los Angeles, 170 mijl (270 km) ten zuiden van de staatshoofdstad Sacramento, of 185 mijl (300 km) ten zuiden van San Francisco. De naam Fresno betekent "es" in het Spaans, en een esblad staat afgebeeld op de vlag van de stad.
|
He came to power by uniting many of the nomadic tribes of Northeast Asia. After founding the Mongol Empire and being proclaimed "Genghis Khan", he started the Mongol invasions that resulted in the conquest of most of Eurasia. These included raids or invasions of the Qara Khitai, Caucasus, Khwarezmid Empire, Western Xia and Jin dynasties. These campaigns were often accompanied by wholesale massacres of the civilian populations – especially in the Khwarezmian and Xia controlled lands. By the end of his life, the Mongol Empire occupied a substantial portion of Central Asia and China.
|
Hij kwam aan de macht door veel van de nomadische stammen van Noordoost-Azië te verenigen. Na de stichting van het Mongoolse Rijk en zijn uitroeping tot "Genghis Khan", begon hij de Mongoolse invasies die resulteerden in de verovering van het grootste deel van Eurazië. Dit omvatte plundertochten of invasies van de Qara Khitai, de Kaukasus, het Khwarezmidische Rijk, de Westelijke Xia en de Jin-dynastieën. Deze campagnes gingen vaak gepaard met grootschalige slachtpartijen onder de burgerbevolking – vooral in de door Khwarezm en Xia beheerste gebieden. Tegen het einde van zijn leven besloeg het Mongoolse Rijk een aanzienlijk deel van Centraal-Azië en China.
|
There are three major types of rock: igneous, sedimentary, and metamorphic. The rock cycle is an important concept in geology which illustrates the relationships between these three types of rock, and magma. When a rock crystallizes from melt (magma and/or lava), it is an igneous rock. This rock can be weathered and eroded, and then redeposited and lithified into a sedimentary rock, or be turned into a metamorphic rock due to heat and pressure that change the mineral content of the rock which gives it a characteristic fabric. The sedimentary rock can then be subsequently turned into a metamorphic rock due to heat and pressure and is then weathered, eroded, deposited, and lithified, ultimately becoming a sedimentary rock. Sedimentary rock may also be re-eroded and redeposited, and metamorphic rock may also undergo additional metamorphism. All three types of rocks may be re-melted; when this happens, a new magma is formed, from which an igneous rock may once again crystallize.
|
Er zijn drie hoofdtypen gesteente: stollingsgesteente, sedimentair gesteente en metamorf gesteente. De gesteentecyclus is een belangrijk concept in de geologie dat de relaties tussen deze drie soorten gesteente en magma illustreert. Wanneer een gesteente kristalliseert uit smelt (magma en/of lava), is het een stollingsgesteente. Dit gesteente kan verweren en eroderen, en vervolgens opnieuw worden afgezet en gelithifieerd tot een sedimentair gesteente, of worden omgezet in een metamorf gesteente als gevolg van hitte en druk die de minerale inhoud van het gesteente veranderen, wat het een karakteristieke textuur geeft. Het sedimentaire gesteente kan vervolgens door hitte en druk worden omgezet in een metamorf gesteente en wordt daarna verweerd, geërodeerd, afgezet en gelithifieerd, waardoor het uiteindelijk een sedimentair gesteente wordt. Sedimentair gesteente kan ook opnieuw eroderen en opnieuw worden afgezet, en metamorf gesteente kan ook extra metamorfose ondergaan. Alle drie de soorten gesteenten kunnen opnieuw smelten; wanneer dit gebeurt, wordt een nieuw magma gevormd, waaruit opnieuw een stollingsgesteente kan kristalliseren.
|
Established originally by the Massachusetts legislature and soon thereafter named for John Harvard (its first benefactor), Harvard is the United States' oldest institution of higher learning, and the Harvard Corporation (formally, the President and Fellows of Harvard College) is its first chartered corporation. Although never formally affiliated with any denomination, the early College primarily trained Congregationalist and Unitarian clergy. Its curriculum and student body were gradually secularized during the 18th century, and by the 19th century Harvard had emerged as the central cultural establishment among Boston elites. Following the American Civil War, President Charles W. Eliot's long tenure (1869–1909) transformed the college and affiliated professional schools into a modern research university; Harvard was a founding member of the Association of American Universities in 1900. James Bryant Conant led the university through the Great Depression and World War II and began to reform the curriculum and liberalize admissions after the war. The undergraduate college became coeducational after its 1977 merger with Radcliffe College.
|
Oorspronkelijk opgericht door de wetgevende macht van Massachusetts en kort daarna vernoemd naar John Harvard (de eerste weldoener), is Harvard de oudste instelling voor hoger onderwijs van de Verenigde Staten, en de Harvard Corporation (formeel de President and Fellows of Harvard College) is de eerste gecharterde corporatie. Hoewel nooit formeel verbonden met enige denominatie, leidde het vroege College voornamelijk Congregationalistische en Unitarische geestelijken op. Het curriculum en het studentenbestand werden geleidelijk geseculariseerd tijdens de 18e eeuw, en tegen de 19e eeuw was Harvard uitgegroeid tot het centrale culturele establishment onder de elites van Boston. Na de Amerikaanse Burgeroorlog transformeerde het lange ambtstermijn van president Charles W. Eliot (1869–1909) het college en de aangesloten professionele scholen in een moderne onderzoeksuniversiteit; Harvard was in 1900 een van de oprichters van de Association of American Universities. James Bryant Conant leidde de universiteit door de Grote Depressie en de Tweede Wereldoorlog en begon na de oorlog het curriculum te hervormen en de toelating te liberaliseren. Het undergraduate college werd gemengd na de fusie met Radcliffe College in 1977.
|
Huguenot numbers peaked near an estimated two million by 1562, concentrated mainly in the southern and central parts of France, about one-eighth the number of French Catholics. As Huguenots gained influence and more openly displayed their faith, Catholic hostility grew, in spite of increasingly liberal political concessions and edicts of toleration from the French crown. A series of religious conflicts followed, known as the Wars of Religion, fought intermittently from 1562 to 1598. The wars finally ended with the granting of the Edict of Nantes, which granted the Huguenots substantial religious, political and military autonomy.
|
Het aantal hugenoten bereikte een piek van naar schatting twee miljoen in 1562, voornamelijk geconcentreerd in de zuidelijke en centrale delen van Frankrijk, ongeveer een achtste van het aantal Franse katholieken. Naarmate hugenoten invloed wonnen en hun geloof openlijker toonden, groeide de katholieke vijandigheid, ondanks steeds liberalere politieke concessies en tolerantie-edicten van de Franse kroon. Een reeks religieuze conflicten volgde, bekend als de Godsdienstoorlogen, die met tussenpozen werden gevoerd van 1562 tot 1598. De oorlogen eindigden uiteindelijk met de uitvaardiging van het Edict van Nantes, dat de hugenoten aanzienlijke religieuze, politieke en militaire autonomie verleende.
|
The immune system is a system of many biological structures and processes within an organism that protects against disease. To function properly, an immune system must detect a wide variety of agents, known as pathogens, from viruses to parasitic worms, and distinguish them from the organism's own healthy tissue. In many species, the immune system can be classified into subsystems, such as the innate immune system versus the adaptive immune system, or humoral immunity versus cell-mediated immunity. In humans, the blood–brain barrier, blood–cerebrospinal fluid barrier, and similar fluid–brain barriers separate the peripheral immune system from the neuroimmune system which protects the brain.
|
Het immuunsysteem is een systeem van vele biologische structuren en processen binnen een organisme dat beschermt tegen ziekte. Om goed te functioneren, moet een immuunsysteem een grote verscheidenheid aan agentia, bekend als pathogenen, detecteren, van virussen tot parasitaire wormen, en deze onderscheiden van het eigen gezonde weefsel van het organisme. Bij veel soorten kan het immuunsysteem worden ingedeeld in subsystemen, zoals het aangeboren immuunsysteem versus het adaptieve immuunsysteem, of humorale immuniteit versus celgemedieerde immuniteit. Bij mensen scheiden de bloed-hersenbarrière, de bloed-liquorbarrière en soortgelijke vloeistof-hersenbarrières het perifere immuunsysteem van het neuro-immuunsysteem dat de hersenen beschermt.
|
Imperialism is a type of advocacy of empire. Its name originated from the Latin word "imperium", which means to rule over large territories. Imperialism is "a policy of extending a country's power and influence through colonization, use of military force, or other means". Imperialism has greatly shaped the contemporary world. It has also allowed for the rapid spread of technologies and ideas. The term imperialism has been applied to Western (and Japanese) political and economic dominance especially in Asia and Africa in the 19th and 20th centuries. Its precise meaning continues to be debated by scholars. Some writers, such as Edward Said, use the term more broadly to describe any system of domination and subordination organised with an imperial center and a periphery.
|
Imperialisme is een vorm van pleiten voor een rijk. De naam is afgeleid van het Latijnse woord "imperium", wat heersen over grote gebieden betekent. Imperialisme is "een beleid om de macht en invloed van een land uit te breiden door kolonisatie, gebruik van militaire macht, of andere middelen". Imperialisme heeft de hedendaagse wereld sterk gevormd. Het heeft ook de snelle verspreiding van technologieën en ideeën mogelijk gemaakt. De term imperialisme is toegepast op de Westerse (en Japanse) politieke en economische dominantie, vooral in Azië en Afrika in de 19e en 20e eeuw. De precieze betekenis ervan blijft door wetenschappers worden bediscussieerd. Sommige schrijvers, zoals Edward Said, gebruiken de term breder om elk systeem van overheersing en ondergeschiktheid te beschrijven dat is georganiseerd met een imperiaal centrum en een periferie.
|
The Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is a scientific intergovernmental body under the auspices of the United Nations, set up at the request of member governments. It was first established in 1988 by two United Nations organizations, the World Meteorological Organization (WMO) and the United Nations Environment Programme (UNEP), and later endorsed by the United Nations General Assembly through Resolution 43/53. Membership of the IPCC is open to all members of the WMO and UNEP. The IPCC produces reports that support the United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC), which is the main international treaty on climate change. The ultimate objective of the UNFCCC is to "stabilize greenhouse gas concentrations in the atmosphere at a level that would prevent dangerous anthropogenic [i.e., human-induced] interference with the climate system". IPCC reports cover "the scientific, technical and socio-economic information relevant to understanding the scientific basis of risk of human-induced climate change, its potential impacts and options for adaptation and mitigation."
|
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is een wetenschappelijk intergouvernementeel orgaan onder auspiciën van de Verenigde Naties, opgericht op verzoek van de lidstaten. Het werd voor het eerst opgericht in 1988 door twee organisaties van de Verenigde Naties, de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) en het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP), en later bekrachtigd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties middels Resolutie 43/53. Het lidmaatschap van het IPCC staat open voor alle leden van de WMO en UNEP. Het IPCC produceert rapporten ter ondersteuning van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC), het belangrijkste internationale verdrag over klimaatverandering. Het uiteindelijke doel van het UNFCCC is om "de concentraties broeikasgassen in de atmosfeer te stabiliseren op een niveau dat gevaarlijke antropogene [d.w.z. door de mens veroorzaakte] verstoring van het klimaatsysteem zou voorkomen". IPCC-rapporten behandelen "de wetenschappelijke, technische en sociaaleconomische informatie die relevant is voor het begrijpen van de wetenschappelijke basis van het risico van door de mens veroorzaakte klimaatverandering, de potentiële gevolgen ervan en opties voor aanpassing en mitigatie."
|
Islamism, also known as Political Islam (Arabic: إسلام سياسي islām siyāsī), is an Islamic revival movement often characterized by moral conservatism, literalism, and the attempt "to implement Islamic values in all spheres of life." Islamism favors the reordering of government and society in accordance with the Shari'a. The different Islamist movements have been described as "oscillating between two poles": at one end is a strategy of Islamization of society through state power seized by revolution or invasion; at the other "reformist" pole Islamists work to Islamize society gradually "from the bottom up". The movements have "arguably altered the Middle East more than any trend since the modern states gained independence", redefining "politics and even borders" according to one journalist (Robin Wright).
|
Islamisme, ook bekend als Politieke Islam (Arabisch: إسلام سياسي islām siyāsī), is een islamitische heroplevingsbeweging die vaak wordt gekenmerkt door moreel conservatisme, letterlijkheid en de poging "islamitische waarden in alle levenssferen te implementeren." Islamisme is voorstander van de herordening van de overheid en de samenleving in overeenstemming met de sharia. De verschillende islamistische bewegingen zijn beschreven als "oscillerend tussen twee polen": aan het ene uiteinde is er een strategie van islamisering van de samenleving door middel van staatsmacht, gegrepen door revolutie of invasie; aan de andere "reformistische" pool werken islamisten aan de geleidelijke islamisering van de samenleving "van onderaf". De bewegingen hebben "waarschijnlijk het Midden-Oosten meer veranderd dan welke trend dan ook sinds de moderne staten onafhankelijk werden", waarbij ze "politiek en zelfs grenzen" herdefinieerden volgens één journalist (Robin Wright).
|
Jacksonville is the largest city by population in the U.S. state of Florida, and the largest city by area in the contiguous United States. It is the county seat of Duval County, with which the city government consolidated in 1968. Consolidation gave Jacksonville its great size and placed most of its metropolitan population within the city limits; with an estimated population of 853,382 in 2014, it is the most populous city proper in Florida and the Southeast, and the 12th most populous in the United States. Jacksonville is the principal city in the Jacksonville metropolitan area, with a population of 1,345,596 in 2010.
|
Jacksonville is de grootste stad naar inwoneraantal in de Amerikaanse staat Florida, en de grootste stad qua oppervlakte in de aaneengesloten Verenigde Staten. Het is de hoofdplaats van Duval County, waarmee het stadsbestuur in 1968 fuseerde. De consolidatie gaf Jacksonville zijn grote omvang en plaatste het grootste deel van zijn metropolitaanse bevolking binnen de stadsgrenzen; met een geschatte bevolking van 853.382 in 2014 is het de meest bevolkte stad in Florida en het zuidoosten, en de 12e meest bevolkte in de Verenigde Staten. Jacksonville is de belangrijkste stad in het grootstedelijk gebied van Jacksonville, met een bevolking van 1.345.596 in 2010.
|
Kenya (/ˈkɛnjə/; locally [ˈkɛɲa] ( listen)), officially the Republic of Kenya, is a country in Africa and a founding member of the East African Community (EAC). Its capital and largest city is Nairobi. Kenya's territory lies on the equator and overlies the East African Rift covering a diverse and expansive terrain that extends roughly from Lake Victoria to Lake Turkana (formerly called Lake Rudolf) and further south-east to the Indian Ocean. It is bordered by Tanzania to the south, Uganda to the west, South Sudan to the north-west, Ethiopia to the north and Somalia to the north-east. Kenya covers 581,309 km2 (224,445 sq mi), and had a population of approximately 45 million people in July 2014.
|
Kenia (/ˈkɛnjə/; lokaal [ˈkɛɲa] (luister)), officieel de Republiek Kenia, is een land in Afrika en een stichtend lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC). De hoofdstad en grootste stad is Nairobi. Het grondgebied van Kenia ligt op de evenaar en overdekt de Oost-Afrikaanse Rift, die een divers en uitgestrekt terrein beslaat dat zich ruwweg uitstrekt van het Victoriameer tot het Turkanameer (voorheen het Rudolfmeer genoemd) en verder naar het zuidoosten tot aan de Indische Oceaan. Het wordt begrensd door Tanzania in het zuiden, Oeganda in het westen, Zuid-Soedan in het noordwesten, Ethiopië in het noorden en Somalië in het noordoosten. Kenia beslaat 581.309 km2 en had in juli 2014 een bevolking van ongeveer 45 miljoen mensen.
|
Martin Luther (/ˈluːθər/ or /ˈluːðər/; German: [ˈmaɐ̯tiːn ˈlʊtɐ] ( listen); 10 November 1483 – 18 February 1546) was a German professor of theology, composer, priest, former monk and a seminal figure in the Protestant Reformation. Luther came to reject several teachings and practices of the Late Medieval Catholic Church. He strongly disputed the claim that freedom from God's punishment for sin could be purchased with money. He proposed an academic discussion of the power and usefulness of indulgences in his Ninety-Five Theses of 1517. His refusal to retract all of his writings at the demand of Pope Leo X in 1520 and the Holy Roman Emperor Charles V at the Diet of Worms in 1521 resulted in his excommunication by the Pope and condemnation as an outlaw by the Emperor.
|
Maarten Luther (/ˈluːtər/ of /ˈluːdər/; Duits: [ˈmaɐ̯tiːn ˈlʊtɐ] (luister); 10 november 1483 – 18 februari 1546) was een Duitse hoogleraar in de theologie, componist, priester, voormalig monnik en een sleutelfiguur in de protestantse Reformatie. Luther verwierp verschillende leringen en praktijken van de laatmiddeleeuwse katholieke kerk. Hij betwistte sterk de bewering dat vrijstelling van Gods straf voor zonde met geld kon worden gekocht. Hij stelde een academische discussie voor over de macht en het nut van aflaten in zijn Vijfennegentig Stellingen van 1517. Zijn weigering om al zijn geschriften in te trekken op bevel van paus Leo X in 1520 en de Heilige Roomse Keizer Karel V op de Rijksdag van Worms in 1521 resulteerde in zijn excommunicatie door de paus en veroordeling als vogelvrij verklaarde door de keizer.
|
Newcastle upon Tyne (RP: i/ˌnjuːkɑːsəl əˌpɒn ˈtaɪn/; Locally: i/njuːˌkæsəl əˌpən ˈtaɪn/), commonly known as Newcastle, is a city in Tyne and Wear, North East England, 103 miles (166 km) south of Edinburgh and 277 miles (446 km) north of London on the northern bank of the River Tyne, 8.5 mi (13.7 km) from the North Sea. Newcastle is the most populous city in the North East and Tyneside the eighth most populous conurbation in the United Kingdom. Newcastle is a member of the English Core Cities Group and is a member of the Eurocities network of European cities. Newcastle was part of the county of Northumberland until 1400, when it became a county itself, a status it retained until becoming part of Tyne and Wear in 1974.[not in citation given] The regional nickname and dialect for people from Newcastle and the surrounding area is Geordie.
|
Newcastle upon Tyne (RP: i/ˌnjuːkɑːsəl əˌpɒn ˈtaɪn/; Lokaal: i/njuːˌkæsəl əˌpən ˈtaɪn/), algemeen bekend als Newcastle, is een stad in Tyne and Wear, Noordoost-Engeland, 166 km ten zuiden van Edinburgh en 446 km ten noorden van Londen op de noordelijke oever van de rivier de Tyne, 13,7 km van de Noordzee. Newcastle is de meest dichtbevolkte stad in het noordoosten en Tyneside de achtst meest dichtbevolkte agglomeratie in het Verenigd Koninkrijk. Newcastle is lid van de Engelse Core Cities Group en is lid van het Eurocities-netwerk van Europese steden. Newcastle maakte deel uit van het graafschap Northumberland tot 1400, toen het zelf een graafschap werd, een status die het behield tot het in 1974 deel ging uitmaken van Tyne and Wear. [niet in de bron vermeld] De regionale bijnaam en het dialect voor mensen uit Newcastle en de omgeving is Geordie.
|
Nikola Tesla (Serbian Cyrillic: Никола Тесла; 10 July 1856 – 7 January 1943) was a Serbian American inventor, electrical engineer, mechanical engineer, physicist, and futurist best known for his contributions to the design of the modern alternating current (AC) electricity supply system.
|
Nikola Tesla (Servisch Cyrillisch: Никола Тесла; 10 juli 1856 – 7 januari 1943) was een Servisch-Amerikaanse uitvinder, elektrotechnisch ingenieur, werktuigbouwkundig ingenieur, natuurkundige en futuroloog die het meest bekend is om zijn bijdragen aan het ontwerp van het moderne wisselstroom (AC) elektriciteitsvoorzieningssysteem.
|
The Normans (Norman: Nourmands; French: Normands; Latin: Normanni) were the people who in the 10th and 11th centuries gave their name to Normandy, a region in France. They were descended from Norse ("Norman" comes from "Norseman") raiders and pirates from Denmark, Iceland and Norway who, under their leader Rollo, agreed to swear fealty to King Charles III of West Francia. Through generations of assimilation and mixing with the native Frankish and Roman-Gaulish populations, their descendants would gradually merge with the Carolingian-based cultures of West Francia. The distinct cultural and ethnic identity of the Normans emerged initially in the first half of the 10th century, and it continued to evolve over the succeeding centuries.
|
De Noormannen (Normandisch: Nourmands; Frans: Normands; Latijn: Normanni) waren de mensen die in de 10e en 11e eeuw hun naam gaven aan Normandië, een regio in Frankrijk. Ze stamden af van Noorse ("Normandisch" komt van "Noorman") plunderaars en piraten uit Denemarken, IJsland en Noorwegen die, onder hun leider Rollo, ermee instemden trouw te zweren aan koning Karel III van West-Francië. Door generaties van assimilatie en vermenging met de inheemse Frankische en Romeins-Gallische bevolking, zouden hun nakomelingen geleidelijk opgaan in de op de Karolingen gebaseerde culturen van West-Francië. De duidelijke culturele en etnische identiteit van de Noormannen ontstond aanvankelijk in de eerste helft van de 10e eeuw, en bleef zich in de daaropvolgende eeuwen ontwikkelen.
|
Oxygen is a chemical element with symbol O and atomic number 8. It is a member of the chalcogen group on the periodic table and is a highly reactive nonmetal and oxidizing agent that readily forms compounds (notably oxides) with most elements. By mass, oxygen is the third-most abundant element in the universe, after hydrogen and helium. At standard temperature and pressure, two atoms of the element bind to form dioxygen, a colorless and odorless diatomic gas with the formula O
2. Diatomic oxygen gas constitutes 20.8% of the Earth's atmosphere. However, monitoring of atmospheric oxygen levels show a global downward trend, because of fossil-fuel burning. Oxygen is the most abundant element by mass in the Earth's crust as part of oxide compounds such as silicon dioxide, making up almost half of the crust's mass.
|
Zuurstof is een chemisch element met symbool O en atoomnummer 8. Het is een lid van de chalcogeen-groep in het periodiek systeem en is een zeer reactief niet-metaal en oxidatiemiddel dat gemakkelijk verbindingen (vooral oxiden) vormt met de meeste elementen. Qua massa is zuurstof het op twee na meest voorkomende element in het heelal, na waterstof en helium. Bij standaardtemperatuur en -druk binden twee atomen van het element zich om dizuurstof te vormen, een kleurloos en geurloos diatomisch gas met de formule O₂. Diatomisch zuurstofgas vormt 20,8% van de aardatmosfeer. De monitoring van atmosferische zuurstofniveaus toont echter een wereldwijde neerwaartse trend als gevolg van de verbranding van fossiele brandstoffen. Zuurstof is het meest voorkomende element qua massa in de aardkorst als onderdeel van oxideverbindingen zoals siliciumdioxide, en maakt bijna de helft uit van de massa van de korst.
|
Starting in the late 1950s, American computer scientist Paul Baran developed the concept Distributed Adaptive Message Block Switching with the goal to provide a fault-tolerant, efficient routing method for telecommunication messages as part of a research program at the RAND Corporation, funded by the US Department of Defense. This concept contrasted and contradicted the theretofore established principles of pre-allocation of network bandwidth, largely fortified by the development of telecommunications in the Bell System. The new concept found little resonance among network implementers until the independent work of Donald Davies at the National Physical Laboratory (United Kingdom) (NPL) in the late 1960s. Davies is credited with coining the modern name packet switching and inspiring numerous packet switching networks in Europe in the decade following, including the incorporation of the concept in the early ARPANET in the United States.
|
Vanaf eind jaren vijftig ontwikkelde de Amerikaanse computerwetenschapper Paul Baran het concept Distributed Adaptive Message Block Switching met als doel een fouttolerante, efficiënte routeringsmethode voor telecommunicatieberichten te bieden als onderdeel van een onderzoeksprogramma bij de RAND Corporation, gefinancierd door het Amerikaanse Ministerie van Defensie. Dit concept contrasteerde met en sprak de tot dan toe vastgestelde principes van voorafgaande toewijzing van netwerkbandbreedte tegen, grotendeels versterkt door de ontwikkeling van telecommunicatie in het Bell System. Het nieuwe concept vond weinig weerklank bij netwerkimplementeerders tot het onafhankelijke werk van Donald Davies bij het National Physical Laboratory (Verenigd Koninkrijk) (NPL) eind jaren zestig. Davies wordt gecrediteerd voor het bedenken van de moderne naam pakketschakeling en het inspireren van talrijke pakketschakelnetwerken in Europa in het decennium daarna, inclusief de opname van het concept in het vroege ARPANET in de Verenigde Staten.
|
The word pharmacy is derived from its root word pharma which was a term used since the 15th–17th centuries. However, the original Greek roots from pharmakos imply sorcery or even poison. In addition to pharma responsibilities, the pharma offered general medical advice and a range of services that are now performed solely by other specialist practitioners, such as surgery and midwifery. The pharma (as it was referred to) often operated through a retail shop which, in addition to ingredients for medicines, sold tobacco and patent medicines. Often the place that did this was called an apothecary and several languages have this as the dominant term, though their practices are more akin to a modern pharmacy, in English the term apothecary would today be seen as outdated or only approproriate if herbal remedies were on offer to a large extent. The pharmas also used many other herbs not listed. The Greek word Pharmakeia (Greek: φαρμακεία) derives from pharmakon (φάρμακον), meaning "drug", "medicine" (or "poison").[n 1]
|
Het woord apotheek is afgeleid van het stamwoord pharma, een term die werd gebruikt van de 15e tot de 17e eeuw. De oorspronkelijke Griekse wortels van pharmakos impliceren echter tovenarij of zelfs gif. Naast de pharma-verantwoordelijkheden bood de pharma algemeen medisch advies en een scala aan diensten die nu uitsluitend door andere gespecialiseerde beoefenaars worden uitgevoerd, zoals chirurgie en verloskunde. De pharma (zoals het werd genoemd) opereerde vaak via een winkel die, naast ingrediënten voor medicijnen, tabak en patentgeneesmiddelen verkocht. Vaak werd de plaats die dit deed een apotheker genoemd en verschillende talen hebben dit als de dominante term, hoewel hun praktijken meer verwant zijn aan een moderne apotheek. In het Engels zou de term apothecary tegenwoordig als verouderd worden beschouwd of alleen passend als kruidengeneesmiddelen in grote mate werden aangeboden. De pharma's gebruikten ook veel andere kruiden die niet werden vermeld. Het Griekse woord Pharmakeia (Grieks: φαρμακεία) is afgeleid van pharmakon (φάρμακον), wat "drug", "medicijn" (of "gif") betekent.[n 1]
|
A prime number (or a prime) is a natural number greater than 1 that has no positive divisors other than 1 and itself. A natural number greater than 1 that is not a prime number is called a composite number. For example, 5 is prime because 1 and 5 are its only positive integer factors, whereas 6 is composite because it has the divisors 2 and 3 in addition to 1 and 6. The fundamental theorem of arithmetic establishes the central role of primes in number theory: any integer greater than 1 can be expressed as a product of primes that is unique up to ordering. The uniqueness in this theorem requires excluding 1 as a prime because one can include arbitrarily many instances of 1 in any factorization, e.g., 3, 1 · 3, 1 · 1 · 3, etc. are all valid factorizations of 3.
|
Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat geen positieve delers heeft behalve 1 en zichzelf. Een natuurlijk getal groter dan 1 dat geen priemgetal is, wordt een samengesteld getal genoemd. 5 is bijvoorbeeld een priemgetal omdat 1 en 5 de enige positieve geheeltallige factoren zijn, terwijl 6 een samengesteld getal is omdat het de delers 2 en 3 heeft naast 1 en 6. De hoofdstelling van de rekenkunde bepaalt de centrale rol van priemgetallen in de getaltheorie: elk geheel getal groter dan 1 kan worden uitgedrukt als een product van priemgetallen dat uniek is op volgorde na. De uniciteit in deze stelling vereist de uitsluiting van 1 als een priemgetal, omdat men willekeurig veel instanties van 1 in elke factorisatie kan opnemen, bijvoorbeeld 3, 1 · 3, 1 · 1 · 3, enz. zijn allemaal geldige factorisaties van 3.
|
Private schools, also known as independent schools, non-governmental, or nonstate schools, are not administered by local, state or national governments; thus, they retain the right to select their students and are funded in whole or in part by charging their students tuition, rather than relying on mandatory taxation through public (government) funding; at some private schools students may be able to get a scholarship, which makes the cost cheaper, depending on a talent the student may have (e.g. sport scholarship, art scholarship, academic scholarship), financial need, or tax credit scholarships that might be available.
|
Particuliere scholen, ook wel onafhankelijke scholen, niet-gouvernementele of niet-statelijke scholen genoemd, worden niet beheerd door lokale, staats- of nationale overheden; daardoor behouden ze het recht om hun studenten te selecteren en worden ze geheel of gedeeltelijk gefinancierd door collegegeld aan hun studenten te vragen, in plaats van te vertrouwen op verplichte belastingheffing via openbare (overheids)financiering; op sommige particuliere scholen kunnen studenten een beurs krijgen, waardoor de kosten lager worden, afhankelijk van een talent dat de student mogelijk heeft (bijv. sportbeurs, kunstbeurs, academische beurs), financiële behoefte, of belastingkredietbeurzen die beschikbaar kunnen zijn.
|
The Rhine (Romansh: Rein, German: Rhein, French: le Rhin, Dutch: Rijn) is a European river that begins in the Swiss canton of Graubünden in the southeastern Swiss Alps, forms part of the Swiss-Austrian, Swiss-Liechtenstein border, Swiss-German and then the Franco-German border, then flows through the Rhineland and eventually empties into the North Sea in the Netherlands. The biggest city on the river Rhine is Cologne, Germany with a population of more than 1,050,000 people. It is the second-longest river in Central and Western Europe (after the Danube), at about 1,230 km (760 mi),[note 2][note 1] with an average discharge of about 2,900 m3/s (100,000 cu ft/s).
|
De Rijn (Reto-Romaans: Rein, Duits: Rhein, Frans: le Rhin, Nederlands: Rijn) is een Europese rivier die begint in het Zwitserse kanton Graubünden in de zuidoostelijke Zwitserse Alpen, deel uitmaakt van de Zwitsers-Oostenrijkse, Zwitsers-Liechtensteinse grens, Zwitsers-Duitse en vervolgens de Frans-Duitse grens, om vervolgens door het Rijnland te stromen en uiteindelijk in de Noordzee in Nederland uit te monden. De grootste stad aan de Rijn is Keulen, Duitsland, met een bevolking van meer dan 1.050.000 mensen. Het is de op een na langste rivier in Midden- en West-Europa (na de Donau), met een lengte van ongeveer 1.230 km, met een gemiddelde afvoer van ongeveer 2.900 m³/s.
|
Following a referendum in 1997, in which the Scottish electorate voted for devolution, the current Parliament was convened by the Scotland Act 1998, which sets out its powers as a devolved legislature. The Act delineates the legislative competence of the Parliament – the areas in which it can make laws – by explicitly specifying powers that are "reserved" to the Parliament of the United Kingdom. The Scottish Parliament has the power to legislate in all areas that are not explicitly reserved to Westminster. The British Parliament retains the ability to amend the terms of reference of the Scottish Parliament, and can extend or reduce the areas in which it can make laws. The first meeting of the new Parliament took place on 12 May 1999.
|
Na een referendum in 1997, waarin het Schotse electoraat stemde voor decentralisatie van bevoegdheden (devolution), werd het huidige Parlement bijeengeroepen door de Scotland Act 1998, die zijn bevoegdheden als gedecentraliseerde wetgevende macht vastlegt. De wet bakent de wetgevende bevoegdheid van het Parlement af – de gebieden waarbinnen het wetten kan maken – door expliciet bevoegdheden te specificeren die zijn 'voorbehouden' aan het Parlement van het Verenigd Koninkrijk. Het Schotse Parlement heeft de bevoegdheid om wetgeving aan te nemen op alle gebieden die niet expliciet zijn voorbehouden aan Westminster. Het Britse Parlement behoudt de mogelijkheid om de bevoegdheden van het Schotse Parlement te wijzigen en kan de gebieden waarin het wetten kan maken uitbreiden of beperken. De eerste bijeenkomst van het nieuwe Parlement vond plaats op 12 mei 1999.
|
Formed in November 1990 by the equal merger of Sky Television and British Satellite Broadcasting, BSkyB became the UK's largest digital subscription television company. Following BSkyB's 2014 acquisition of Sky Italia and a majority 90.04% interest in Sky Deutschland in November 2014, its holding company British Sky Broadcasting Group plc changed its name to Sky plc. The United Kingdom operations also changed the company name from British Sky Broadcasting Limited to Sky UK Limited, still trading as Sky.
|
BSkyB, opgericht in november 1990 door de gelijke fusie van Sky Television en British Satellite Broadcasting, werd het grootste digitale abonneetelevisiebedrijf van het Verenigd Koninkrijk. Na de overname door BSkyB van Sky Italia en een meerderheidsbelang van 90,04% in Sky Deutschland in november 2014, veranderde de holding British Sky Broadcasting Group plc haar naam in Sky plc. De activiteiten in het Verenigd Koninkrijk veranderden ook de bedrijfsnaam van British Sky Broadcasting Limited in Sky UK Limited, dat nog steeds handelt onder de naam Sky.
|
Southern California, often abbreviated SoCal, is a geographic and cultural region that generally comprises California's southernmost 10 counties. The region is traditionally described as "eight counties", based on demographics and economic ties: Imperial, Los Angeles, Orange, Riverside, San Bernardino, San Diego, Santa Barbara, and Ventura. The more extensive 10-county definition, including Kern and San Luis Obispo counties, is also used based on historical political divisions. Southern California is a major economic center for the state of California and the United States.
|
Zuid-Californië, vaak afgekort als SoCal, is een geografische en culturele regio die over het algemeen de 10 meest zuidelijke county's van Californië omvat. De regio wordt traditioneel beschreven als "acht county's", op basis van demografie en economische banden: Imperial, Los Angeles, Orange, Riverside, San Bernardino, San Diego, Santa Barbara en Ventura. De uitgebreidere definitie van 10 county's, inclusief de county's Kern en San Luis Obispo, wordt ook gebruikt op basis van historische politieke verdeeldheid. Zuid-Californië is een belangrijk economisch centrum voor de staat Californië en de Verenigde Staten.
|
Steam engines are external combustion engines, where the working fluid is separate from the combustion products. Non-combustion heat sources such as solar power, nuclear power or geothermal energy may be used. The ideal thermodynamic cycle used to analyze this process is called the Rankine cycle. In the cycle, water is heated and transforms into steam within a boiler operating at a high pressure. When expanded through pistons or turbines, mechanical work is done. The reduced-pressure steam is then condensed and pumped back into the boiler.
|
Stoommachines zijn externe verbrandingsmotoren, waarbij de werkvloeistof gescheiden is van de verbrandingsproducten. Niet-verbrandingswarmtebronnen zoals zonne-energie, kernenergie of geothermische energie kunnen worden gebruikt. De ideale thermodynamische cyclus die wordt gebruikt om dit proces te analyseren, wordt de Rankine-cyclus genoemd. In de cyclus wordt water verwarmd en omgezet in stoom in een ketel die onder hoge druk werkt. Wanneer het wordt geëxpandeerd door zuigers of turbines, wordt er mechanisch werk verricht. De stoom met verlaagde druk wordt vervolgens gecondenseerd en terug in de ketel gepompt.
|
Super Bowl 50 was an American football game to determine the champion of the National Football League (NFL) for the 2015 season. The American Football Conference (AFC) champion Denver Broncos defeated the National Football Conference (NFC) champion Carolina Panthers 24–10 to earn their third Super Bowl title. The game was played on February 7, 2016, at Levi's Stadium in the San Francisco Bay Area at Santa Clara, California. As this was the 50th Super Bowl, the league emphasized the "golden anniversary" with various gold-themed initiatives, as well as temporarily suspending the tradition of naming each Super Bowl game with Roman numerals (under which the game would have been known as "Super Bowl L"), so that the logo could prominently feature the Arabic numerals 50.
|
Super Bowl 50 was een American football-wedstrijd om de kampioen van de National Football League (NFL) voor het seizoen 2015 te bepalen. De Denver Broncos, kampioen van de American Football Conference (AFC), versloegen de Carolina Panthers, kampioen van de National Football Conference (NFC), met 24–10 om hun derde Super Bowl-titel te behalen. De wedstrijd werd gespeeld op 7 februari 2016 in Levi's Stadium in de San Francisco Bay Area in Santa Clara, Californië. Aangezien dit de 50e Super Bowl was, benadrukte de competitie het "gouden jubileum" met verschillende initiatieven rond het thema goud, en schortte ze tijdelijk de traditie op om elke Super Bowl-wedstrijd met Romeinse cijfers te benoemen (waaronder de wedstrijd bekend zou zijn geweest als "Super Bowl L"), zodat het logo prominent de Arabische cijfers 50 kon weergeven.
|
The role of teacher is often formal and ongoing, carried out at a school or other place of formal education. In many countries, a person who wishes to become a teacher must first obtain specified professional qualifications or credentials from a university or college. These professional qualifications may include the study of pedagogy, the science of teaching. Teachers, like other professionals, may have to continue their education after they qualify, a process known as continuing professional development. Teachers may use a lesson plan to facilitate student learning, providing a course of study which is called the curriculum.
|
De rol van leraar is vaak formeel en doorlopend, uitgevoerd op een school of een andere plaats van formeel onderwijs. In veel landen moet een persoon die leraar wil worden eerst gespecificeerde beroepskwalificaties of -referenties van een universiteit of hogeschool behalen. Deze beroepskwalificaties kunnen de studie van pedagogiek, de wetenschap van het onderwijzen, omvatten. Leraren moeten, net als andere professionals, mogelijk hun opleiding voortzetten nadat ze gekwalificeerd zijn, een proces dat bekend staat als voortdurende professionele ontwikkeling. Leraren kunnen een lesplan gebruiken om het leren van studenten te vergemakkelijken, waarbij ze een studietraject aanbieden dat het curriculum wordt genoemd.
|
The United Methodist Church (UMC) is a mainline Protestant Methodist denomination. In the 19th century its main predecessor was a leader in Evangelicalism. Founded in 1968 by the union of the Methodist Church (USA) and the Evangelical United Brethren Church, the UMC traces its roots back to the revival movement of John and Charles Wesley in England as well as the Great Awakening in the United States. As such, the church's theological orientation is decidedly Wesleyan. It embraces both liturgical and evangelical elements.
|
De United Methodist Church (UMC) is een reguliere protestantse methodistische denominatie. In de 19e eeuw was haar belangrijkste voorganger een leider in het Evangelicalisme. De UMC, opgericht in 1968 door de fusie van de Methodist Church (USA) en de Evangelical United Brethren Church, vindt haar oorsprong in de opwekkingsbeweging van John en Charles Wesley in Engeland, evenals de Great Awakening in de Verenigde Staten. Als zodanig is de theologische oriëntatie van de kerk uitgesproken Wesleyaans. Ze omvat zowel liturgische als evangelische elementen.
|
The University of Chicago (UChicago, Chicago, or U of C) is a private research university in Chicago. The university, established in 1890, consists of The College, various graduate programs, interdisciplinary committees organized into four academic research divisions and seven professional schools. Beyond the arts and sciences, Chicago is also well known for its professional schools, which include the Pritzker School of Medicine, the University of Chicago Booth School of Business, the Law School, the School of Social Service Administration, the Harris School of Public Policy Studies, the Graham School of Continuing Liberal and Professional Studies and the Divinity School. The university currently enrolls approximately 5,000 students in the College and around 15,000 students overall.
|
De Universiteit van Chicago (UChicago, Chicago, of U of C) is een particuliere onderzoeksuniversiteit in Chicago. De universiteit, opgericht in 1890, bestaat uit The College, verschillende afstudeerprogramma's, interdisciplinaire commissies georganiseerd in vier academische onderzoeksdivisies en zeven professionele scholen. Naast de kunsten en wetenschappen staat Chicago ook bekend om zijn professionele scholen, waaronder de Pritzker School of Medicine, de University of Chicago Booth School of Business, de Law School, de School of Social Service Administration, de Harris School of Public Policy Studies, de Graham School of Continuing Liberal and Professional Studies en de Divinity School. De universiteit heeft momenteel ongeveer 5.000 studenten ingeschreven bij The College en ongeveer 15.000 studenten in totaal.
|
The economy of Victoria is highly diversified: service sectors including financial and property services, health, education, wholesale, retail, hospitality and manufacturing constitute the majority of employment. Victoria's total gross state product (GSP) is ranked second in Australia, although Victoria is ranked fourth in terms of GSP per capita because of its limited mining activity. Culturally, Melbourne is home to a number of museums, art galleries and theatres and is also described as the "sporting capital of Australia". The Melbourne Cricket Ground is the largest stadium in Australia, and the host of the 1956 Summer Olympics and the 2006 Commonwealth Games. The ground is also considered the "spiritual home" of Australian cricket and Australian rules football, and hosts the grand final of the Australian Football League (AFL) each year, usually drawing crowds of over 95,000 people. Victoria includes eight public universities, with the oldest, the University of Melbourne, having been founded in 1853.
|
De economie van Victoria is zeer gediversifieerd: dienstensectoren waaronder financiële en vastgoeddiensten, gezondheidszorg, onderwijs, groothandel, detailhandel, horeca en productie vormen het grootste deel van de werkgelegenheid. Het totale bruto staatsproduct (BSP) van Victoria staat op de tweede plaats in Australië, hoewel Victoria op de vierde plaats staat wat betreft het BSP per hoofd van de bevolking vanwege de beperkte mijnbouwactiviteiten. Cultureel gezien herbergt Melbourne een aantal musea, kunstgalerieën en theaters en wordt het ook beschreven als de "sportieve hoofdstad van Australië". De Melbourne Cricket Ground is het grootste stadion van Australië en de gastheer van de Olympische Zomerspelen van 1956 en de Commonwealth Games van 2006. Het terrein wordt ook beschouwd als het "spirituele thuis" van het Australische cricket en Australian rules football, en organiseert elk jaar de grote finale van de Australian Football League (AFL), die gewoonlijk meer dan 95.000 mensen trekt. Victoria omvat acht openbare universiteiten, waarvan de oudste, de Universiteit van Melbourne, werd opgericht in 1853.
|
The Victoria and Albert Museum (often abbreviated as the V&A), London, is the world's largest museum of decorative arts and design, housing a permanent collection of over 4.5 million objects. It was founded in 1852 and named after Queen Victoria and Prince Albert. The V&A is located in the Brompton district of the Royal Borough of Kensington and Chelsea, in an area that has become known as "Albertopolis" because of its association with Prince Albert, the Albert Memorial and the major cultural institutions with which he was associated. These include the Natural History Museum, the Science Museum and the Royal Albert Hall. The museum is a non-departmental public body sponsored by the Department for Culture, Media and Sport. Like other national British museums, entrance to the museum has been free since 2001.
|
Het Victoria and Albert Museum (vaak afgekort als het V&A), Londen, is 's werelds grootste museum voor decoratieve kunsten en design, met een permanente collectie van meer dan 4,5 miljoen objecten. Het werd opgericht in 1852 en genoemd naar koningin Victoria en prins Albert. Het V&A is gelegen in de wijk Brompton van de Royal Borough of Kensington and Chelsea, in een gebied dat bekend is geworden als "Albertopolis" vanwege de associatie met prins Albert, het Albert Memorial en de belangrijke culturele instellingen waarmee hij geassocieerd werd. Hiertoe behoren het Natural History Museum, het Science Museum en de Royal Albert Hall. Het museum is een zelfstandig bestuursorgaan dat wordt gesponsord door het Department for Culture, Media and Sport. Net als andere nationale Britse musea is de toegang tot het museum sinds 2001 gratis.
|
One of the most famous people born in Warsaw was Maria Skłodowska-Curie, who achieved international recognition for her research on radioactivity and was the first female recipient of the Nobel Prize. Famous musicians include Władysław Szpilman and Frédéric Chopin. Though Chopin was born in the village of Żelazowa Wola, about 60 km (37 mi) from Warsaw, he moved to the city with his family when he was seven months old. Casimir Pulaski, a Polish general and hero of the American Revolutionary War, was born here in 1745.
|
Een van de beroemdste mensen die in Warschau geboren is, was Maria Skłodowska-Curie, die internationale erkenning verwierf voor haar onderzoek naar radioactiviteit en de eerste vrouwelijke ontvanger van de Nobelprijs was. Beroemde muzikanten zijn onder meer Władysław Szpilman en Frédéric Chopin. Hoewel Chopin geboren werd in het dorp Żelazowa Wola, ongeveer 60 km van Warschau, verhuisde hij met zijn familie naar de stad toen hij zeven maanden oud was. Casimir Pulaski, een Poolse generaal en held van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog, werd hier geboren in 1745.
|
The Yuan dynasty (Chinese: 元朝; pinyin: Yuán Cháo), officially the Great Yuan (Chinese: 大元; pinyin: Dà Yuán; Mongolian: Yehe Yuan Ulus[a]), was the empire or ruling dynasty of China established by Kublai Khan, leader of the Mongolian Borjigin clan. Although the Mongols had ruled territories including today's North China for decades, it was not until 1271 that Kublai Khan officially proclaimed the dynasty in the traditional Chinese style. His realm was, by this point, isolated from the other khanates and controlled most of present-day China and its surrounding areas, including modern Mongolia and Korea. It was the first foreign dynasty to rule all of China and lasted until 1368, after which its Genghisid rulers returned to their Mongolian homeland and continued to rule the Northern Yuan dynasty. Some of the Mongolian Emperors of the Yuan mastered the Chinese language, while others only used their native language (i.e. Mongolian) and the 'Phags-pa script.
|
De Yuan-dynastie (Chinees: 元朝; pinyin: Yuán Cháo), officieel de Grote Yuan (Chinees: 大元; pinyin: Dà Yuán; Mongools: Yehe Yuan Ulus[a]), was het rijk of de regerende dynastie van China, gesticht door Koeblai Khan, leider van de Mongoolse Borjigin-clan. Hoewel de Mongolen al decennialang over gebieden heersten, waaronder het huidige Noord-China, was het pas in 1271 dat Koeblai Khan de dynastie officieel uitriep in de traditionele Chinese stijl. Zijn rijk was op dat moment geïsoleerd van de andere khanaten en beheerste het grootste deel van het hedendaagse China en de omliggende gebieden, waaronder het moderne Mongolië en Korea. Het was de eerste buitenlandse dynastie die over heel China regeerde en duurde tot 1368, waarna de Genghisidische heersers terugkeerden naar hun Mongoolse thuisland en de Noordelijke Yuan-dynastie bleven regeren. Sommige van de Mongoolse keizers van de Yuan beheersten de Chinese taal, terwijl anderen alleen hun moedertaal (d.w.z. Mongools) en het 'Phags-pa-schrift gebruikten.
|
SQuAD EN-NL Gemini Translations
Dataset Description
This dataset is a Dutch translation of the SQuAD (Stanford Question Answering Dataset) test set, created for evaluating Dutch-to-English translation models. The original English answers were translated to Dutch using Google's Gemini Flash-2.5model.
Dataset Summary
- Source Dataset: SQuAD v2.0 test set
- Translation Method: Google Gemini Flash-2.5(automated translation)
- Language: Dutch (nl)
- Original Language: English (en)
- Purpose: Evaluation of translation models (Dutch → English)
Supported Tasks
- Machine Translation Evaluation: This dataset can be used to evaluate Dutch-to-English translation models by comparing their outputs against the original English SQuAD test set
- Cross-lingual Question Answering: Can be used for multilingual QA research
- Translation Quality Assessment: Comparing different translation approaches
Dataset Creation
Translation Process
The dataset was created by translating the SQuAD test set from English to Dutch using Google's Gemini Flash model. This automated translation approach was chosen to create a cost-effective evaluation dataset for translation model development.
Considerations
- Translation Quality: As this is machine-translated content, it may contain translation errors or unnatural phrasing
- Evaluation Purpose: This dataset is intended primarily for evaluating translation systems, not as a gold-standard Dutch QA dataset
Usage
Loading the Dataset
from datasets import load_dataset
dataset = load_dataset("OpenOranje/squad-en-nl-gemini-translations")
Example Usage for Translation Evaluation
# Translate Dutch back to English
translated = translation_model.translate(dataset['test']['nl'])
# Compare with original SQuAD English contexts
# Calculate BLEU, METEOR, or other translation metrics
Limitations
- Machine-translated content may not reflect natural Dutch language patterns
- Not suitable as a standalone Dutch QA benchmark
- Translation artifacts may be present
- Should be used primarily for translation model evaluation, not as training data
Citation
If you use this dataset, please cite the original SQuAD paper:
License
This dataset inherits the license from the original SQuAD dataset. Please refer to the SQuAD dataset page for licensing information.
Contact
- Downloads last month
- 24